Duitsland / Vestingwerk

Flakturm Friedrichshain


Markeren

Deel

Route


De Flakturm Friedrichshain was een Flakturm-complex, dat niet alleen diende ter bescherming tegen luchtaanvallen, maar ook als militair hospitaal en als opslagplaats voor kunstwerken. Tijdens de Slag om Berlijn werd er hevig gevochten tegen het oprukkende Rode Leger. In de periode na de oorlog werden de resten van het bunkercomplex opgehoopt op twee heuvels in het park Friedrichshain.

De Flakturm (luchtafweertoren) Friedrichshain werd van april tot september/oktober 1941 gebouwd als onderdeel van het Berlijnse systeem voor bescherming tegen luchtaanvallen. Het complex bestond uit twee luchtafweertorens: een grote G-Turm (kanontoren) voor het zware luchtafweergeschut en een kleinere L-Turm (commandotoren). De bunkers dienden ook als schuilplaats voor omwonenden. 50.000 mensen zochten hun toevlucht in de torens. Hiernaast werd de L-Turm gebruikt als opslagplaats voor kunstwerken uit kunstgalerijen in Berlijn. De gerekruteerde strijdkrachten waren meestal tieners tussen de 16 en 18 jaar, die als Luftwaffe-assistenten dienden en de plaats innamen van volwassenen, die aan het front dienden. Ook vrouwen en krijgsgevangenen behoorden tot het assisterend personeel.

Tijdens de Slag om Berlijn speelden de torens en hun verdedigers een sleutelrol in de verdediging van het gebied door middel van ondersteunend vuur uit de zware luchtafweerkanonnen. Zo vonden er tussen 25 april en 2 mei 1945 hevige gevechten plaats met het 7e Schutterskorps van de Sovjet-Unie en werd de opmars van het Rode Leger rond het park Friedrichshain aanzienlijk vertraagd. Op 6 mei, een paar dagen na de nederlaag van het Berlijnse garnizoen, werd de L-Turm in brand gestoken. Naar schatting 434 schilderijen uit de Berlijnse schilderijengalerij gingen in vlammen op.

Een aantal standbeelden die hier ook waren opgeslagen, werden in 2016 in Moskou teruggevonden. In mei 1946 probeerde het Rode Leger de bunkers met explosieven te slopen. Dit lukte echter maar gedeeltelijk. De resten van de beschadigde bunkers werden later opgehoopt op twee heuvels, de Großer Bunkerberg (grote bunkerberg) en de Kleiner Bunkerberg (kleine bunkerberg). Later kreeg de grote van de twee heuvels de bijnaam Mont Klamott (puinberg) en diende deze als inspiratie voor verschillende Oost-Duitse liedjes.