België / Plaats van belang

Het psychiatrisch ziekenhuis van Lierneux


Markeren

Deel

Route


In 1883-1884 werd in Lierneux in de Hoge Ardennen de Colonie Wallonne d’Aliénés opgericht door de provincie Luik. Het idee was om de mentale gezondheid te verbeteren door contact met het plattelandsleven. In 1939 verbleven er zo'n 650 patiënten.

Dit instituut, gelegen tussen Stavelot en Vielsalm, was de Franstalig tegenhanger van Geel. Het werkte op basis van gastgezinnen en paviljoenen. De patiënten stonden onder toezicht van ongeveer 50 verpleegkundigen, onder leiding van dokter-directeur Charles Massaut. Rond de bevrijding was de rust op het instituut wedergekeerd, maar dat veranderde met het Ardennenoffensief. De Wehrmacht bezette Lierneux opnieuw op 24 december 1944. Een klein aantal patiënten vluchtte samen met hun familie. Ongeveer 150 patiënten zochten hun toevlucht in de kelders van de Colonie d’Aliénés, onder toezicht van ruim twintig personeelsleden. Enkele tientallen bleven in het dorp bij hun gastgezinnen. De Duitse troepen confisqueerden gretig alles wat ze konden vinden. Al snel begon het Amerikaanse bommen te regenen. Op 26 december brak de hel los. Er was een tekort aan voedsel, en verschillende lodges werden geraakt door projectielen. De ramen sprongen uit elkaar en daken stortten in. In de kelders brak paniek uit. Patiënten ontsnapten aan het toeziend oog van de begeleiders en liepen weg, door de sneeuw en het vuur. In de lente werden verschillende van hun lichamen in de buurt gevonden. Vanaf 2 januari 1945 zetten de Amerikanen tussen Odimont en Arbrefontaine de tegenaanval in. Tientallen huizen brandden af, meer dan 300 raakten beschadigd, en ook de sublieme Romaanse kerk gewijd aan de heilige Andreas werd door de bombardementen verwoest. Op 6 januari werden Lierneux en de omliggende gehuchten bevrijd. Tegen 10 januari waren de Duitse troepen verdwenen. Ongeveer twintig inwoners en vijf patiënten van de Colonie waren in het offensief om het leven gekomen.

De Colonie d’Aliénés was beschadigd, maar bleef overeind dankzij de vasthoudendheid van het personeel en de sterke muren. Na de oorlog werd het een provinciaal psychiatrisch instituut.