België / Verhaal

Het ontmijnen van de Ardennen


Markeren

Deel

Route


Zoals de Eerste Wereldoorlog al ruimschoots had aangetoond, betekende het einde van de gevechten niet het einde van het gevaar in het strijdgebied. De grond lag bezaaid met wapens, mijnen en munitie. Dit gold ook voor de Ardennen.

Hoewel het einde van de gevechten een opluchting betekende voor de bevolking, hadden de recente conflicten hun sporen nagelaten. Er waren niet alleen mensenlevens verloren, maar ook huizen verwoest, gewassen vernietigd en veedieren geslacht. Ook bezweken veel mensen aan hun verwondingen en werden er nieuwe slachtoffers veroorzaakt door mijnen die tijdelijk waren verborgen onder de sneeuw, of met opzet waren begraven. Behalve dat ze gevaarlijk waren, belemmerden de mijnen de communicatie, bosbouw en het opnieuw bewerken van het land.

Alleen al rond Bastenaken werden er 40 slachtoffers gemeld. Er zouden in de eerste maanden van 1945 meer dan 150 burgers zijn gestorven in de ziekenhuizen. Soms werden jongens het slachtoffer van achtergelaten militaire goederen die hun aandacht hadden getrokken. In mei 1945 kwamen in Steffeshausen (in de huidige gemeente Burg-Reuland) vier jongens van tien tot dertien jaar om het leven toen ze met granaten speelden. De mijnen in de Ardennen moesten met spoed worden opgeruimd. Het opruimen begon op 17 februari 1945, door vrijwilligers die werkten onder extreem zware omstandigheden en niet waren voorzien van goede bescherming. Daarna namen Belgische soldaten van het 1e Ardennenbataljon, dat bestond uit professionele soldaten en dienstplichtigen, het werk over. Ook geallieerde soldaten werden betrokken bij het opruimen van de slagvelden, maar het was niet hun prioriteit.

In oktober 1945 beschouwde het ministerie van Defensie de taak als voltooid: ongeveer 4800 km² was opgeruimd, en zo'n 5800 ton aan gevaarlijke instrumenten, waaronder 114.000 mijnen, was onschadelijk gemaakt. Sommige ontmijners betaalden voor dit werk met hun leven. Niet alle mijnen konden worden gevonden en nieuwe fatale explosies kwamen nog altijd in het nieuws. Het laatste slachtoffer viel in de zomer van 1972. De ontmijners zetten hun werk voort. In 1953 werd het Monument National des Démineurs (nationaal monument voor de ontmijners) opgericht in Stavelot. Er zijn meer dan 120 namen op gegraveerd. Het is echter niet het enige monument. In verschillende dorpen in de Ardennen staan monumenten en gedenktekens ter ere van de ontmijners.