Nederland / Verhaal

Incredible patrol


Markeren

Deel

Route


Op 20 oktober kreeg 1e luitenant Hugo Sims van de de Amerikaanse 101e Airborne Divisie, gelegerd in de Betuwe, de opdracht ‘een krijgsgevangene te leveren’. Hij stak de Rijn over, ging op patrouille en keert terug met niet één, maar 32 krijsgevangenen. “Incredible” (ongelofelijk).

Met de invasie in Normandië op 6 juni 1944 begon de bevrijding van Europa. Na felle gevechten in de zomer werd begin september in razendsnel tempo het grootste deel van Frankrijk en België bevrijd. Op zondag 17 september 1944 probeerden de geallieerden vanuit België met een opmars via Nederland, Operatie Market Garden, een snel einde aan de oorlog te maken. Als onderdeel van dit grote plan moesten bij Arnhem de bruggen over de Rijn veroverd worden door Britse luchtlandingseenheden. Dit gedeelte van de operatie is bekend geworden als ‘de Slag om Arnhem’.

Dit plan mislukte. De geallieerden kwamen niet verder dan de Betuwe. Tussen Arnhem en Rhenen werd de Rijn de frontlijn. Ten zuiden zaten de geallieerden, op de noordoever de Duitse troepen. Steeds grotere gebieden langs de Rijn moesten daarom op bevel van de Duitsers door de burgerbevolking ontruimd worden. Hierdoor lag in oktober 1944 Ede vlak achter de Duitse frontlinie.

In de Betuwe bevond zich toen de Amerikaanse 101e Airborne Divisie. Op 20 oktober gaf de plaatsvervangend divisiecommandant, generaal Higgins, aan zijn inlichtingenofficier 1e luitenant Hugo Sims de opdracht ‘een krijgsgevangene te leveren’. ​

Na zonder resultaat diverse patrouilles uitgezonden te hebben, voerde Sims uiteindelijk zelf de opdracht uit. Het doel was om zoveel mogelijk informatie te verzamelen over de Duitsers en hiervoor een krijgsgevangene mee te nemen voor ondervraging.

Op 30 oktober stak Sims met zes vrijwilligers ’s nachts bij Renkum de Rijn over. Daar gingen de Amerikanen voorzichtig tussen de Duitse opstellingen door en slopen langs slapende Duitsers. Ze kwamen bij Planken Wambuis uit, en richting Ede lopend stopten ze bij het huis van boswachter Ruiter aan de (Verlengde) Arnhemseweg 75. Dit huis langs de Rijksweg 24 (nu N224) heeft een bordje met een rood kruis bij de voordeur: in het huis waren verbandmiddelen van het Rode Kruis aanwezig en de bewoner was EHBO opgeleid. Maar bewoners waren er niet meer, het gebied is namelijk ‘Spergebied’. Alle inwoners zijn door de Duitsers gedwongen te evacueren. Sergeant-majoor Frank en soldaat Nicolai gingen naar binnen. Ze troffen in de voorkamer twee slapende Duitse officieren aan die direct krijgsgevangen gemaakt werden. Sims richtte het huis vervolgens in als observatiepost. De meegenomen radio werd op zolder opgesteld. Daarmee berichtte Sims zijn hoofdkwartier dat de operatie succesvol verloopt en dat ze inmiddels twee krijgsgevangenen hadden.

Om 07.00 uur stond onverwacht een Nederlandse jongen voor de deur. In de loop van de ochtend kwamen nog meer Nederlanders langs, uiteindelijk in totaal acht personen. Wat zij in het Spergebied deden, is een raadsel. Een aantal van hen zegt lid van het verzet te zijn, ze gaven de Amerikanen inlichtingen over Duitse eenheden en posities. De Nederlanders moeten blijven tot de patrouille vertrokken zal zijn.

Een passerende Duitse postbode vraagt om water en wordt zo de derde Duitse krijgsgevangene. Een Duitser die zijn paarden bij het huis laat drinken is de vierde. Sergeant-majoor Frank ondervroeg hen en zond de informatie naar het Amerikaanse hoofdkwartier. Die middag werden nog twee Duitsers ingerekend en daarmee stond de teller op zes krijgsgevangenen. Sims wilde een vrachtwagen gebruiken voor de terugtocht. Frank gaat daarom met de Duitse postbode naar buiten om op de Rijksweg 24 (N224) een vrachtwagen aan te houden. Als eerste houdt echter een Duitse motorrijder halt, de zevende krijgsgevangene. Rond 20.00 uur dwongen de Amerikanen een Duitse vrachtwagen tot stoppen. Dertien SS-soldaten en de chauffeur gaven zich over en de Amerikanen gaan met 21 krijgsgevangenen in de vrachtwagen op pad.

Onderweg werden ze ingehaald door een SS-officier in een amfibische Volkswagen. Ook hij ging de laadbak in. De vrachtwagen liep zeven kilometer vóór de Rijn vast op een zandweg. Te voet gingen ze verder door de Duitse linies richting Renkum. Voorbij de Rijndijk overrompelden ze vier Duitsers van een wachtpost. Nog zes Duitsers van twee andere rivierposten werden gevangen genomen. Sims seint het afgesproken lichtsignaal naar de overkant. Vanaf de zuidoever komen boten om de patrouille naar bevrijd gebied te varen. Om iedereen over te brengen moet elf keer heen en weer gevaren worden. Teruggekomen belt Sims met generaal Higgins: “Luitenant Sims meldt zich terug met 32 krijgsgevangenen, generaal.” Higgins: “Hoeveel?” “Tweeëndertig generaal.” “Ongelofelijk (Incredible)!”