Nederland / Verhaal

Drie prinsesjes zetten voet op Nederlandse bodem


Markeren

Deel

Route


Tijdens de Tweede Wereldoorlog verblijft de koninklijke familie deels in Londen en deels in Canada. Na de Duitse inval op 10 mei 1940 raadt de Nederlandse opperbevelhebber en generaal Henri Winkelman koningin Wilhelmina aan om Nederland te verlaten. Drie dagen later, op 13 mei 1940, verlaat de koninklijke familie haar thuisland om pas vijf jaar later met drie prinsesjes weer terug te keren.

Tijdens de oorlogsjaren woont prinses Juliana met haar twee dochters Beatrix en Irene in Ottawa in Canada. Op 19 januari 1943 wordt in het Civic Hospital in Ottawa een derde dochter geboren: prinses Margriet. Prins Bernhard volgt zijn gezin niet naar Canada, maar verblijft samen met zijn schoonmoeder, koningin Wilhelmina, en de regering in ballingschap in Londen. In september 1944 reist Bernhard af naar België om vanuit hier het Nederlands verzet te bundelen in de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) waarvan hij tot bevelhebber is benoemd. Na de bevrijding van Apeldoorn op 17 april 1945 richt hij Paleis Het Loo in als hoofdkwartier van de Binnenlandse Strijdkrachten.

Op 2 mei arriveert Juliana ook voor een korte periode in bevrijd Nederland en wordt tijdelijk herenigd met haar man. Juliana vertrekt in juni met het Britse stoomschip ‘Queen Elisabeth’ samen met 350 Army Nurses en 15.000 man Amerikaanse troepen naar de Verenigde Staten om haar dochters in New York op te halen. Op 22 juli 1945 komt het viertal met het stoomschip ‘Queen Mary’ aan in Schotland. Na een aantal dagen in Groot-Brittannië worden ze door Bernhard en Juliana opgehaald.

Op donderdag 2 augustus 1945 is het eindelijk zover: het jonge koninklijke gezin landt op vliegveld Teuge, gelegen tussen Apeldoorn en Twello, dat op 13 april is bevrijd door de Canadezen. Bernhard landt als eerste met zijn eigen sportvliegtuig. Wegens de veiligheid komen de prinsesjes in twee vliegtuigen aan. Juliana arriveert samen met de jongste in een Lockheed Hudson vliegtuig genaamd ‘Rotterdam’. De twee oudste prinsesjes volgen in een Douglas DC-3 Dakota vliegtuig en landen twintig minuten later. Beatrix is op dat moment zeven jaar, Irene is ruim vijf jaar (drie dagen later is haar zesde verjaardag). Het jongste prinsesje, Margriet, zet haar allereerste stapjes op Nederlandse bodem, want zij is op dat moment pas twee jaar oud. Bij aankomst krijgen ze bloemen aangeboden van kinderen die hen opwachten en prinses Beatrix zet haar eerste handtekening.

Het jonge koninklijke gezin brengt nog dezelfde dag een bezoek aan koningin Wilhelmina op Paleis Het Loo, die op 13 maart 1945 al een eerste bezoek aan het bevrijde zuiden van Nederland heeft gebracht en nu in het Apeldoornse paleis herstelt van een longontsteking. Daarna reizen Bernhard en Juliana met hun dochters door naar Paleis Soestdijk in Baarn waar op zaterdag 4 augustus de terugkeer van het koninklijk gezin groots wordt gevierd met een tuinfeest voor de kinderen uit de buurt waarbij ook de zesde verjaardag van prinses Irene wordt gevierd.

Aan de terugkomst van de koninklijke leden op vliegveld Teuge wordt weinig publiciteit gegeven. Wel doet radioverslaggever Frits Thors (1909-2014) ter plekke verslag van de aankomst. Hij is presentator bij Radio Herrijzend Nederland en wordt goed bevriend met het koninklijke gezin. Zowel Thors als prins Bernhard leggen de aankomst van de prinsesjes met hun eigen filmcamera vast. Na het weekend leest de Nederlandse bevolking in de kranten dat ‘hun prinsesjes’ veilig op Hollandse bodem zijn geland.

De Zanden 27, Teuge