Nederland / Verhaal

Een hoge prijs voor de bevrijding van Wilp en de opmars naar Twello


Markeren

Deel

Route


Na de succesvolle oversteek van de IJssel op 11 april 1945 omsingelen Canadese infanteristen op de westoever het dorp Wilp waar Duitse troepen zich hebben gepositioneerd. ‘s Nachts starten de Duitsers een tegenaanval. Wilp, De Hoven, Steenenkamer en Twello wachten met smart op hun bevrijding. Er volgt een hevige strijd met aan beide kanten grote verliezen.

Terwijl het dorp Wilp is omsingeld door de Canadezen, voeren de Duitsers vanuit het dorp in de nacht van 11 op 12 april om vier uur een tegenaanval uit ten noorden van Wilp, richting de boerderij ‘Yperenberg’. Hierbij gebruiken ze tweehonderd infanteristen en drie tanks. Diezelfdenacht zijn meer Canadese manschappen van andere regimenten de IJssel overgestoken. Ze marcheren naar Wilp om hun kameraden te hulp te schieten. In de vroege ochtend van 12 april voegen ze zich bij de Canadezen die het dorp hebben omsingeld.

Een deel van de Canadese troepen rukt met steun van tanks op naar het noorden, richting De Hoven en Steenenkamer, gehuchten op de westelijke oever van de IJssel die bij Deventer horen.Omstreeks twee uur ‘s middags zijn ze het gehucht De Hoven dicht genaderd. Het bataljon heeft nogal verliezen geleden - sinds 1943 strijden ze in Italië tegen de Duitsers en vanaf het voorjaar van 1945 in Nederland. De commandant luitenant-kolonel Donald Alexander MacKenzie maakt zich zorgen over de gang van zaken. Hij geeft majoor J.R.O. ‘Jim’ Counsell opdracht de commandopost van het bataljon naar voren te verplaatsen en gaat zelf samen met een luitenant op verkenning uit. Na aankomst bij een tankpeloton wordt MacKenzie zelf het slachtoffer van Duits artillerievuur en overlijdt ter plekke. MacKenzie wordt slechts 30 jaar oud.

De plaatsvervangend bataljonscommandant, majoor Counsell, neemt direct het bevel over. De Canadezen stoten met ondersteuning van tanks het open terrein over naar De Hoven. Om half zes in de namiddag is ook dit buurtschap gezuiverd van de Duitsers. Ook Steenenkamer wordtuiteindelijk met succes bevrijd. Bij de gevechtsacties op deze dag komen twaalf andere Canadezen om het leven. Kort na de verovering van beide gehuchten krijgt het bataljon een vervolgopdracht: de verovering van Twello. De Canadezen gaan weer in de aanval, wederom gesteund door tanks. Westwaarts oprukkend komen de Canadezen al spoedig onder Duits mitrailleurvuur te liggen uit huizen aan de noordoostkant van Twello. De opmars wordt hier ernstig gehinderd door een anti-tankgracht, terwijl de aan de zuidzijde van de spoorlijn tussen Deventer en Apeldoorn oprukkendeCanadezen nauwelijks enige last ondervinden.

Commandant George besluit een groep van infanteristen op tanks rechtstreeks Twello te laten aanvallen. Hij gaat ervan uit dat de aanblik van drie aanstormende tanks de Duitsers wel voldoende zal laten schrikken. Het plan werkt zoals verwacht en de voorste, als stormram gebruikte tank, verrast de Duitsers in de eerste huizen volkomen. Daarna is in korte tijd de verdediging doorbroken. Achter de leidende Shermantank volgen de andere twee tanks vol schreeuwende en schietende Canadezen. De onheilspellende oorlogskreten ‘to Hello with Twello’ zet de vijand aan tot terugtrekking. De Canadezen die de tanks te voet volgen, hebben zo weinig moeite om het dorp te zuiveren. Op 12 april is ook Twello bevrijd en de Canadezen even op adem komen. De volgende dag wacht Apeldoorn.