Het bombardement van kasteel “Deelerwoud” in Hoenderloo

De 15-jarige Aart Hendriks was op het moment van de bomaanval op ongeveer 800 meter van het kasteel aan het werk. Volgens Hendriks werd het bombardement uitgevoerd door twee geallieerde Spitfire jachtvliegtuigen die uit de richting van Deelen kwamen. De toestellen vlogen laag over het kasteel, maakten een wijde bocht over het dorp en keerden terug.

Na opnieuw over het kasteel gekomen te zijn, werd wederom dezelfde draai gemaakt, waarop de aanval werd ingezet. Hierbij werden vier bommen afgeworpen, twee per toestel, waarvan de helft niet ontplofte en slechts één het kasteel trof. De ravage en consternatie was aanzienlijk, er zaten grote gaten in het kasteel en ook het tegenoverliggende administratiegebouw had schade opgelopen. Toen Hendriks samen met zijn kameraad na enige minuten, het kasteel had bereikt, waren de stofwolken nog nauwelijks opgetrokken. Ze herinneren zich nog dat er meerdere lijken van Duitse soldaten verspreid over de paden en gazon lagen. De boswachter Gerard Bloem ontsnapte die middag maar nauwelijks aan de dood.

Toen de bommen insloegen op het kasteel zat hij aan de overzijde hiervan, op het korte afstand gelegen administratiegebouwtje tegenover de administrateur een uitgebreide financiële transactie af te wikkelen. Het geweld van de explosies sloeg de ruiten uit hun sponningen en deed beide mannen, temidden van brokstukken van het interieur, op de vloer belanden. Hierbij vlogen hen de munten en bankpapier om de oren. Al het geld kon spoedig weer worden verzameld, behalve één rijksdaalder; die bleef zoek. Pas tijdens de restauratie, vele maanden later, kwam deze tevoorschijn: vastgeklemd in een spleet tussen de vloer en de drempel.