Nederland / Verhaal

De dood van luitenant-kolonel Don Mackenzie


Markeren

Deel

Route


Op 12 april 1945 steken Canadese infanteristen de IJssel over, waaronder het beroemde 48th Highlanders regiment. Onder hen is Don Mackenzie, een voormalig bankmedewerker uit Toronto die tijdens de oorlogsjaren is opgeklommen tot de rang van luitenant-kolonel. Eenmaal op de westoever begint de strijd tegen de Duitsers die zich fel verdedigen.

Een dag eerder is de grootschalige bevrijdingsoperatie Cannonshot van start gegaan. Halverwege de nacht worden luitenant-kolonel Donald Alexander (‘Don’) Mackenzie en zijn mannen aan de Veerweg in Gorssel in Buffalo’s geladen en de IJssel overgevaren op 12 april. Eenmaal op de westoever stuurt Mackenzie zijn mannen noordwaarts richting Steenenkamer en De Hoven. Een andere compagnie gaat richting Wilp. De 30-jarige Mackenzie voelt een enorme verantwoordelijkheid voor zijn mannen, zeker wanneer hij hen de strijd instuurt. In een gesprek met zijn bataljons-inlichtingenofficier luitenant Jack Pickering geeft hij aan dat dit wellicht de laatste operatie van zijn regiment kan zijn.

Na intens artillerievuur van de Duitsers trekken de Canadezen langs weerszijden van de 2,5 meter hoge dijk richting het bos aan de Wilpsedijk. Een derde groep loopt achter een Sherman-tank aan die langzaam op de dijk rijdt om gelijke tred te houden met de voorste pelotons. De Duitsers zijn zo gefocust op de tank dat ze worden verrast als de infanteristen om twee uur ‘s middags het bos bestormen en hen verdrijven. Op hetzelfde ogenblik loopt een andere compagnie onder leiding van majoor George Beal net voor een kruispunt voor Twello vast.  Beal kruipt een vlak terrein over om bij de voorste troepente komen en de coördinaten van Duitse kanonnen door te geven aan het hoofdkwartier. Over het algemeen zijn de radioverbindingen namelijk slecht. Er volgt een verrassingsaanval en de Duitsers trekken zich haastig terug. Verschillende Duitsers komen om, anderen laten hun wapens achter en rennen voor hun leven.

Ondertussen besluit Mackenzie, ongerust door het gebrek aan communicatie, zelf polshoogte te gaan nemen bij de gevechten en zijn hoofdkwartier te verplaatsen. Iets voor drieën vertrekken Mackenzie en Pickering per jeep om ten oosten van Wilp een nieuwe locatie te zoeken. Onderweg komen ze langs tanks die worden beschoten. Pickering wil Mackenzie bij de beschietingen weghalen, maar Mackenzie vraagt kapitein Bill Leadbeater om contact te maken met zijn tanks.

Terwijl Mackenzie naast de Sherman-tanks de kaart raadpleegt om de compagnieën te situeren, ontploft om exact drie uur plotseling een granaat naast hen. Pickering raakt zwaargewond. Mackenzie sterft binnen enkele seconden aan interne verwondingen. De dood van Mackenzie is een grote schok voor het regiment dat middenin een aanval zit. Majoor Counsell blijkt net op dat moment aanwezig te zijn op het tactisch hoofdkwartier en wordt door de gewonde Pickering bijgepraat over de stand van de gevechten. Het was een geweldige steun. Hij weigerde geëvacueerd te worden naar de Regimental Aid Post en stond erop dat hij bij mij kon blijven tot alles onder controle was,' aldus Counsell. Het lukt toch om De Hoven en Steenenkamer te bevrijden.

Mackenzie krijgt postuum de Distinguished Service Order (DSO) en het Amerikaanse Distinguished Service Cross (DSC).

 

Kerkstraat 35 7384 AS Wilp