Nederland / Verhaal

De dappare actie van Pop Dijkema


Markeren

Deel

Route


Op maandag 16 april vechten de Canadezen met de Duitsers om de bruggen in Oosterhogebrug over het Van Starkenborghkanaal. De Duitsers, maar ook NSB’ers en hun gezinnen, trekken zich terug richting Delfzijl en draaien beide bruggen achter zich omhoog. Duitse stellingen nemen alles aan de overkant onder vuur. De enige mogelijkheid is de bruggen te laten zakken, maar dan moeten ze aan de overkant zien te komen.

De Canadezen hebben geen idee hoe ze dat voor elkaar moeten krijgen. Maar dan melden de broers Pop en Jacob Dijkema zich. Jan Dijkema, de zoon van Jaco, is dan zestien jaar. ‘Mijn oom Pop wist dat je in de kelder van het sluizencomplex de bruggen kon bedienen.’

‘Ze kropen naar de overkant, mijn vader, oom en broer en daalden af in de machinekamer. Daarna zagen we hoe die brug heel langzaam naar beneden ging. Het was alsof je naar de wijzers van een klok zat te kijken. Toen die brug eenmaal was gezakt, moest het ijzeren toegangshek nog worden geopend. Een tank reed eropaf. Er liepen vier Canadezen achter. Maar eentje kwam achter die tank vandaan, rende naar het hek en leunde er overheen. En ja, toen was het pats! Daar viel ie, dood. Daarna ramde een tank dat hek open. Een andere tank stond boven de machinekamer en begon te schieten.'

'Mijn vader en oom wilden eruit, maar de Duitsers schoten nog steeds vanuit de loopgraven. Mijn oom kreeg een kogel in zijn arm. Mijn broer duwde hem en onze vader het water in. Daarna kwamen er tanks met vlammenwerpers. De Duitsers gaven zich al snel over.’ De broers Dijkema krijgen later een medaille uit handen van Prins Bernhard. De Hogeweg wordt naar Pop Dijkema genoemd en draagt nog steeds zijn naam.

Aegirbrug Groningen