Nederland / Verhaal

Twee Airborne Parachutisten en hun laatste reis naar Arnhem


Markeren

Deel

Route


Op dinsdag 19 september 1944 worden de Engelse parachutisten George Bowers en Robert Thompson dodelijk getroffen door Duits vuur als ze proberen van Lombok naar Heijenoord over te steken. Wijkbewoners besluiten om de omgekomen Britten te begraven in een volkstuincomplex op de hoek van de Callunastraat.

Dit is het verhaal van George Arthur Bowers (31) en Robert William Thompson (34), twee Engelse parachutisten die deel uitmaakten van het 11th Battalion. Op maandag 18 september 1944, een dag na het begin van Operatie Market Garden, stappen George en Robert op de Engelse vliegbasis Saltby aan boord van een Dakota. Rond drie uur in de middag springen ze uit het vliegtuig boven de Ginkelse Heide. Vanaf dat moment is er nog maar één doel: zo snel mogelijk oprukken naar de Rijnbrug.

Op dinsdag 19 september - een dag na hun landing - bevinden George en Robert zich aan de Westkant van de stad, nabij de spoorlijn Arnhem - Utrecht. Hun doel om zo snel mogelijk naar Arnhem op te trekken en door te breken naar de Rijnbrug is mislukt. De Duitse weerstand blijkt te groot. De eenheid wordt teruggedrongen naar de wijk Lombok en komt vast te zitten. Het 11th Battalion krijgt de opdracht om het spoor over te steken om zo contact te kunnen maken met het 10th Battalion, dat in het noorden van Arnhem probeert binnen te komen.

Zodra de eerste paratroopers een poging wagen het spoor over te steken, komen ze onder vuur te liggen. Ook George Bowers steekt met twee man de spoorweg over en neemt aan de andere kant twee Duitse soldaten gevangen. Vanaf een hoger punt wordt hij neergeschoten. Robert Thompson ziet het gebeuren en besluit met een groepje de oversteek te wagen. Dat lukt. Uit een getuigenverslag van Joe Berry - van dezelfde eenheid - blijkt dat ‘Tommo’ over de rand probeert te kijken omdat hij denkt zijn vriend te horen. Precies op dat moment wordt hij getroffen. Joe ziet hem naar beneden rollen. Al snel wordt duidelijk dat er geen hoop meer is dat Robert het zal overleven. Ondertussen gaat het vuur van de Duitsers vrijwel onafgebroken door. Joe trekt zich terug ten zuiden van de spoorweg om beschutting te zoeken.

Na de gevechten worden de Duitse slachtoffers opgehaald, de lichamen van Bowers en Thompson blijven achter. Daarop besluit een aantal mannen uit de wijk om de omgekomen Britten te begraven aan de rand van een volkstuincomplex aan de Callunastraat. Na de oorlog kregen George Bowers en Robert Thompson een herbegrafenis op de Airborne War Cemetery in Oosterbeek, 28. C. 9. en 28. C. 10.  

Het is haast niet voor te stellen hoe het leven er in september ‘44 uitzag voor inwoners van Arnhem, en voor inwoners van de wijken Lombok en Heijenoord. Dat er in dit deel van de stad flink is gevochten laten de foto’s zien die vlak na de oorlog zijn gemaakt. Een groot deel van de wijk lag in puin en veel huizen moesten steen voor steen opgebouwd worden.

Ter herinnering aan George A. Bowers en Robert W. Thompson is op deze plek - waar nu speeltuin De Calluna ligt - een herdenkingsmonument geplaatst. Zodat we nooit vergeten hoe groot het offer is dat George en Robert in 1944 brachten in hun strijd voor onze vrijheid.

Callunastraat 54, 6813 EX Arnhem