Nederland / Verhaal

Ten onder in de vuurzee van Kamp ten Arlo


Markeren

Deel

Route


De bevrijding naderde met de komst van de Canadese geallieerden, die op zondag 8 april 1945 hun hoofdkwartier op de grens van Overijssel en Drenthe hadden ingericht. Met de verschuiving van het front groepeerden de Duitse troepen zich in de omgeving van Hoogeveen in het toenmalige kamp Ten Arlo.

Om een goed beeld te krijgen van de omvang van de Duitse troepen vroegen de Canadese militairen de Binnenlandse Strijdkrachten er poolshoogte te gaan nemen. Drie jonge mannen uit Zuidwolde werden bereid gevonden om deze niet ongevaarlijke verkenning uit te voeren.

Hylle de Vries, Jan Schrotenboer en Klaas van der Haar verlieten op maandag 9 april het hoofdkwartier van de Canadese troepen om er niet meer terug te keren. Ze werden die middag nog door Duitse militairen gevangen genomen en overgebracht naar het kamp Ten Arlo om daar bij Hoogevener Jo Reinders in een wachtbarak te worden opgesloten.

Enige overlevende en ooggetuige

Voor de drie mannen betekende dat het begin van het einde. Als enige overlevende en ooggetuige liet Jo Reinders na de oorlog optekenen hoe hij met de drie `jongens', zoals hij ze later consequent bleef noemen, de laatste uren in het kamp doorbracht.

De ontwikkelingen volgden elkaar snel op die middag en avond van de 9e april. De Canadezen waren in aantocht en de laatste Duitse militairen maakten zich klaar voor vertrek. Ze waren gebleven met maar één opdracht: de vernietiging van het kamp voorbereiden. Al snel ontstond er een vuurgevecht tussen de geallieerden en de nog aanwezige Duitse troepen met de wachtbarak in de vuurlijn. Hylle, Jan, Klaas en Jo werden door hun bezetters snel verplaatst naar een nabijgelegen bunker.

Eén grote vuurzee

Rond 18.30 uur veranderden de barakken van Ten Arlo in één grote vuurzee. Voor ze vertrokken gooiden de Duitsers nog enkele handgranaten door de luchtkoker van de bunker. Een paar geweldige explosies volgden. De stukken beton vlogen in het rond. De schotten in de bunker vingen het beton en de granaatscherven op. De mannen bleven alle vier ongedeerd.

Jo Reinders wist de weg in het kamp en spoorde de drie andere mannen aan met hem mee te gaan. Jan Schrotenboer durfde niet. Hij bleef in de bunker en is daar omgekomen door de alles verstikkende rook. In de paniek die ontstond door de chaos van vuur en rook was het uiteindelijk alleen Jo Reinders zelf die het vege lijf wist te redden en de oorlog te overleven.

Auteur: Albert Metselaar, opgetekend verslag van ooggetuige en enige overlevende Jo Reinders