Kasteel van Dambricourt

Het kasteel van Dambricourt behoorde ooit toe aan een rijke papierfabrikantenfamilie, die een grote invloed had op de omgeving van Hallines. Het kasteel werd tussen 1826 en 1836 gebouwd door Albert Hudelist en in 1856 gekocht.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het kasteel niet opgeëist door de geallieerden en bleef het dus in handen van de familie Dambricourt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel echter bezet door zowel Franse als Britse troepen. Deze werden al snel vervangen door Duitse troepen: aanvankelijk de Luftwaffe (Duitse luchtmacht) en vanaf maart 1942 vestigden de mannen van FestPiStab 27 hun commandopost in het kasteel. Het gebouw had een aantal voordelen, waaronder het feit dat het werd gecamoufleerd door begroeiing, maar het had ook een nabijgelegen spoorlijn.

De Todt-organisatie bouwde een gebouw in het park van het kasteel om haar ontwerpbureaus in onder te brengen. Later, vanwege bombardementen, werd in 1943 een R608 bunker gebouwd. Tussen eind 1943 en juni 1944 werden er ondergrondse tunnels onder het Rougement gegraven om de ontwerpbureaus te beschermen. Deze twee grote parallelle galerijen zouden worden verbonden door zes tunnels: in werkelijkheid werden slechts drie van de zes tunnels gegraven en afgescheiden voor kantoren.

De locatie van het kasteel maakte het tot een strategisch punt, omdat het mogelijk was de Atlantikwall van een aanzienlijke afstand te bestuderen. Bovendien betekende het dat het mogelijk was om activiteiten te verbergen en toch landinwaarts te zijn.

Een aantal beroemde mensen passeerde de locatie. Onder hen was de beroemde ingenieur Werner Flos, die verantwoordelijk was voor de bouw van de zware batterijen bij Pas-de-Calais. Het kasteel lag ook niet ver van de V2-werf in Eperlecques, en zelfs dichter bij die van La Coupole.

Na de oorlog werd het kasteel weer eigendom van de familie Dambricourt. Daarna werd het verlaten, geplunderd en gekraakt. In 2002 verwoestte een brand het terrein en sindsdien is het kasteel niet meer toegankelijk.