​​De slachtoffers van de bevrijdingsgevechten in Wambrechies​

Op 2 september 1944 kwam rond 19.30 uur een Duitse colonne, die op weg was naar België vanuit Verlinghem, aan bij het gehucht Vert-Galant in Wambrechies. Een aantal gewapende FFI-verzetsstrijders die met de auto waren gekomen, verstopten zich in een weiland en een schuur in het dorp. Ze openden het vuur op twee Duitse motorrijders die vooraan de colonne reden, niet wetende dat de andere soldaten in hun kielzog volgden. Een van de twee motorrijders bleef achter, waarschijnlijk gewond, terwijl de andere omdraaide om de rest van de colonne te waarschuwen. De colonne bestond uit voertuigen en voetsoldaten. Ze stopten voor de boerderij en openden het vuur op het gebouw.

In de nabijgelegen boerderij aan Rue d'Ypres had een familie van negen personen zich verstopt in de kelder nadat ze het geweervuur hadden gehoord. Een Duitse soldaat gooide een granaat in de kelder, die wonder boven wonder niet tot ontploffing kwam. Hij begon hierop te schieten op het gezin. Een van de vrouwen kwam meteen om het leven; de anderen raakten gewond.

De schietpartij had aan de FFI-kant elf slachtoffers tot gevolg. Daarnaast werden er vier FFI-leden gearresteerd. Drie van hen werden geëxecuteerd in de nabije commune van Quesnoy-sur-Deûle. Hun lichamen werden in het kanaal gegooid. Het vierde lid wist te ontsnappen door in het Deûle-kanaal te duiken.

De volgende dag, rond 15.00 uur, werd er in de buurt een nieuwe FFI-aanval ingezet, bij het La Croix-kruispunt in Verlinghem. Een groep verzetsstrijders viel daar een Duits voertuig met geschutskoepel aan. Als reactie gooiden de Duitse soldaten een granaat naar de verzetsstrijders, waardoor een nabije schuur vlam vatte. De Duitse soldaten gebruikten hun geschutkoepel om het vuur te openen op het FFI. Hierbij kwamen vijf mannen om het leven, waardoor het totale aantal verzetsstrijders dat bij de bevrijding van Verlinghem en Wambrechies om het leven is gekomen, op negentien uitkomt.

Vandaag de dag wordt de herinnering aan hen levend gehouden middels een plaquette op 1, Rue de la Résistance in Wambrechies en nog een plaquette op 11, Rue de Lille in Quesnoy-sur-Deûle.