Nederland / Verhaal

Peetmoeder van de veteranen


Markeren

Deel

Route


Someren was al bevrijd en er werd fel gestreden bij Sluis 11, anderhalve kilometer verderop. Engelse bevrijders vielen aan met grof geschut; de Duitsers verdedigden hardnekkig. Plots kwam er vlakbij de familie Kruijf aan de Slievenstraat een verdwaalde Duitse granaat aan­suizen. Op het erf spatte hij uiteen.

Vrijdagmiddag 22 september 1944. Marietje Kruijf (13) veegt voor ’t huis het kapotte glas bijeen. Tijdens de nachtelijke gevechten, toen de Engelsen een Baileybrug sloegen over het kanaal, zijn in boerderij Kruijf de ruiten gesprongen. Nu kan de schade worden opgenomen. Vader Albert en opa en opoe zijn ook op ’t erf. En ginds, bij het kanaal, rukken de Engelsen op naar Asten.

Plotseling roept vader: LIGGEN!

Marietje: ”Ik wist meteen dat ’t mis was. ’Papa, ik ben ge­raakt’, riep ik. Daar begint mijn verhaal. Op de dag dat het er tussen Asten en Someren even fel aan toeging als in Normandië.“

Marietje blijft ondanks zware verwondingen bij kennis en 75 jaar later herinnert zij zich de gebeurtenissen van toen nog in detail. Zij dankt haar leven aan vader Albert, die als een haas hulp gaat halen. Maar ook aan de gealarmeerde dominee Vrijland, die meteen op zijn fiets springt om in Heeze een dokter te zoeken. Aan het Engelse ambulancepersoneel dat halverwege Someren en Heeze voor de dominee stopt en zich door tolk Tonny Leenen naar de Slievenstraat 2 laat loodsen. Aan de Engelse hospik die Marietjes eerste noodverband legt en haar bevend injecties geeft. Aan de leger­arts van wie Marietje samen met de zwaargewonde front­soldaat korporaal H. W. Price naar het veldhospitaal in Geldrop mag. Aan Cor Oosteweeghel, een toevallige passant in Geldrop, die voor haar bloed afstaat. Aan chirurg Buckley Hamer die haar anderhalf uur lang opereert. ”Het is een ’complete miracle’ als ‚Mary‘ overleeft”, zegt hij tegen zijn anesthesist.

En dat mirakel gebeurt! Korporaal Price, 23 jaar, overlijdt twee dagen later, maar Marietje blijft tussen de zwaar­gewonde frontsoldaten in leven. Ze is de enige burger in het veldhospitaal en wordt daar vertroeteld: ”De soldaten kochten zelfs speelgoed voor me.”

Op 7 oktober wordt het veldhospitaal verplaatst en moet Marietje naar het nabije Sint-Annaziekenhuis. Zij huilt alles bij elkaar en de soldaten huilen met haar mee.

In het Sint-Anna blijft haar rekverband te lang zitten en vergroeit haar knie. Als ze eind juni 1945 eindelijk uit het ziekenhuis wordt ontslagen, kan ze nog niet lopen. In januari 1946 krijgt ze orthopedisch schoeisel aangemeten. Pas dan kan ze haar leven weer oppikken.

Marietje wordt secretaresse, trouwt in 1960 met Henk Kooistra en bevalt in 1965 van een gezonde tweeling. Nog een mirakel, want met haar oorlogsverwondingen werd dat onmogelijk geacht.

In 1984 werkt Marietje als secretaresse mee aan de tot­standkoming van het oorlogsboek Geschiedenis van Someren in de Tweede Wereldoorlog. Dan keert de oorlog als een boemerang in haar leven terug.

Marietje en Henk raakten betrokken bij Dodenherdenkingen, bevrijdingsfeesten en reünies van veteranen, zowel in Nederland als in Engeland. Ze werden lid van de veteranenorganisatie Royal British Legion en deden alles wat in hun vermogen lag om het Britse bevrijders die hun ’Liberation Route’ overdeden, naar de zin te maken. Ze verleenden gastvrijheid, regelden gastgezinnen, vervoer en begeleiding, alles. Zoals de soldaten het kleine Marietje ooit in de watten legden, zo vertroetelde Marietje haar veteranen. Als een echte peetmoeder!

Dit verhaal was onderdeel van Brabant Remembers, een programma rond 75 jaar Vrijheid in Noord-Brabant.