Nederland / Verhaal

Liniecrossers van de Biesbosch


Markeren

Deel

Route


Tijdens het laatste oorlogsjaar staken verzetslieden onder de neus van de vijand honderden keren het water over tussen bevrijd en bezet gebied. Elke keer was het een uiterst hachelijke onderneming.

Na de bevrijding van Noord-Brabant begin november 1944 vormden de Bergse Maas en de Amer de nieuwe frontlijn. Desondanks werd het contact tussen het verzet in het al bevrijdde gebied en in het nog bezette gebied meteen hervat. Verzetslieden voeren in het donker met bootjes dwars door de onherbergzame Biesbosch van noord naar zuid en omgekeerd. Dit alles onder de ogen van de Duitse wachtposten die her en der verspreid zaten over de Biesbosch.

Gelukkig werden die wachtposten vanaf 16 november tot het einde van de oorlog bezet door een niet al te fanatieke eenheid van Russische overlopers, het Wolga Tataren Bataillon 628. De Biesbosch was een haast ondoordringbaar netwerk van kreken en waterwegen, slechts weinigen kenden er de weg. Het crossen was bijzonder gevaarlijk, wie betrapt werd kon op een doodvonnis rekenen. Van de 21 crossers ontkwamen sommigen ternauwernood aan gevangenname. Twee van hen waren minder fortuinlijk. Arie van Driel en Kees van der Sande werden kort voor het einde van de oorlog op 30 april 1945 in Utrecht gefusilleerd.

Functie van de crossings

Het front in Noord-Brabant viel onder de verantwoordelijkheid van het First Canadian Army, de sector bij Lage Zwaluwe en Drimmelen viel tot april 1945 onder de Polen. Nederlandse verzetslieden hadden de organisatie van de crossings in handen. Jos van Wijlen uit Sprang-Capelle, verzetsnaam ‘André’, had de leiding over de crossings vanuit Noord-Brabant. Crossmaster in Sliedrecht was Bertus van Gool.

De crossings werden voor verschillende zaken ingezet. Allereerst voor het overbrengen van personen, waaronder koeriers van de Nederlandse regering en Prins Bernhard, agenten met geheime zenders en piloten. Spionagegroep Albrecht bracht via de crossings berichten naar bevrijd gebied. Er ontstonden uiteindelijk twee routes, de André-route van Drimmelen naar Werkendam, en de Albrecht-route van Lage Zwaluwe naar Sliedrecht. In totaal vonden er 374 crossings door de Biesbosch plaats.

Ameroever, Lage Zwaluwe