Nederland / Museum

Het dorp dat zweeg heeft veel te vertellen


Markeren

Deel

Route


Het Drentse dorp Nieuwlande, op hemelsbreed slechts dertig kilometer van het voormalig Kamp Westerbork, heeft een rijke oorlogsgeschiedenis.

Het Drentse dorp Nieuwlande, op hemelsbreed slechts dertig kilometer van het voormalig Kamp Westerbork, heeft een rijke oorlogsgeschiedenis.  

De nationaal bekende verzetsman Johannes Post haalde in 1942 Joodse vervolgden uit Amsterdam naar Nieuwlande en bracht ze onder bij familie, vrienden en bekenden. Het ‘eenmansbedrijfje’ breidde zich al gauw uit over Nieuwlande en omgeving. Het aantal onderduikers was zo groot dat Nieuwlande ook wel bekend stond als het ‘Drents Jeruzalem’. De vele waterwegen, bossen, woeste gronden en verspreid staande huizen in het veenkoloniaal gebied vormden een ideale omgeving voor onderduikers.  

Vanwege de collectieve hulp kreeg de bevolking van Nieuwlande en omgeving de Yad Vashem onderscheiding uitgereikt. Slechts één plaats in de wereld kreeg dezelfde eer. In het centrum van Nieuwlande is het Yad Vashem monument te bezichtigen. 

Onderduikmuseum De Duikelaar vertelt in vier exposities het unieke verhaal van onderduik en verzet in Nieuwlande.  

Nieuwlande, tijdens en kort na de bevrijding, een impressie 

Ingezonden brief in de Emmer Courant van 9 mei 1945 van W. de Vries uit Nieuwlande:  

“Dat wat kern en inhoud gaf aan de bevrijdingsfeestavond is dat ons muziekkorps Juliana een aparte gang maakte naar de boerderij van wijlen Johannes Post, leider der verzetsbeweging, en daar tot zijn gedachtenis twee coupletten van het Wilhelmus blies, waar na de afdeling van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) een ere-salvo loste. Eveneens werd bij de boerderij van Jan Post, broer van Johannes, waar zoon en onderduiker verleden jaar laaghartig werden afgemaakt, nog een couplet van het nationaal volkslied geblazen”.  

Uit interviews met ooggetuigen spreekt telkens hetzelfde beeld, de mensen in Nieuwlande hoorden wel dat de Canadezen in de buurt waren, maar ze zagen ze niet. Er reden geen tanks door het dorp, omdat het gebied moeilijk toegankelijk was voor gemotoriseerd verkeer. Een enkeling meldt een tocht naar Hoogeveen, waar ze chocola kregen van de bevrijders. 

De mensen waren vooral blij dat de Duitse bezetter verslagen was en het gewone leven zijn gang weer kon gaan. 

Het was algemeen bekend dat er veel onderduikers zaten in Nieuwlande. De mannen die ondergedoken zaten voor de Arbeitseinsatz, waren blij dat de ellende voorbij was. Zeker de jongemannen zullen feest hebben gevierd en zo snel mogelijk naar huis zijn vertrokken. 

Voor de Joodse onderduikers lag dat heel anders. Ze waren blij dat de Holocaust voorbij was, ze hadden de oorlog overleefd, maar tegelijkertijd kwam de rauwe vraag “Hoe is het met mijn familie? Hoeveel zijn er nog in leven?”. Meerdere Joodse onderduikers hadden niet direct een weg terug naar huis.  

Met de vreugde kwam tegelijk het verdriet. Sommigen bleven nog maanden, soms wel een half jaar voordat ze een eigen bestemming hadden gevonden. Joodse kinderen die ondergedoken hadden gezeten hing eveneens een onzeker lot boven het hoofd. Vaak wilden de gastgezinnen het kind in hun gezin opnemen, maar daar dachten allerlei instanties verschillend over. Vreugde en verdriet hadden beide zo hun invloed, ook op de gastgezinnen. 

Opvallend is verder dat veel mensen vanuit Nieuwlande en omgeving na de oorlog naar Canada emigreerden. Met name de mensen die actief waren in het verzet, of die Joodse onderduikers in huis hadden gehad. Zoals een huisschilder, die Joodse mensen onderdak had geboden en met zijn gezin naar Canada emigreerde. Na een flink aantal jaren besloot het echtpaar voor familiebezoek naar Nederland te vliegen. Bij vertrek moest hij zijn paspoort tonen, de man achter de balie keek hem aan en daarna het paspoort, keek nog eens, stond vervolgens op en vloog de man om zijn hals. “Simon, ben jij het? Jij hebt mijn leven gered!”. De man achter de balie bleek een voormalig onderduiker te zijn. Na jaren ontmoetten ze elkaar weer in Canada.