Nederland / Monument

De baby's van Limburg 


Markeren

Deel

Route


Op de vlucht voor het oorlogsgeweld komen in het voorjaar van 1945 tienduizenden Limburgse evacués naar Friesland. In Heerenveen liggen achttien baby's begraven, die tijdens de barre tocht naar het noorden zijn overleden. Voor hen is dit monument opgericht. 

Vanaf september 1944 rukken de geallieerde legers steeds verder op in Nederland, met als gevolg dat grote groepen mensen uit het zuiden van Nederland moeten vluchten voor het oorlogsgeweld. Ze worden overgebracht naar relatief veilige plekken op het platteland. Zo'n twintigduizend Limburgers komen vanaf januari 1945 in Friesland terecht. Hun reis gaat grotendeels per trein door bezet gebied en gaat gepaard met gevaren, zoals bombardementen. De omstandigheden onderweg zijn slecht. Er ligt sneeuw en het is ijskoud. Vervoer gaat per veewagon. Veel kinderen zijn zwak, ondervoed en ziek.  

In het ziekenhuis van Heerenveen overlijden in het voorjaar van 1945 achttien kindjes, in de leeftijd van vier weken tot acht maanden oud. Behandelend arts Bonne Dijkstra heeft deze kindjes laten begraven op de RK begraafplaats. Diep geraakt door hun lot, schrijft hij het gedicht 'De poppen fan Limboarch' (de baby's van Limburg). In 2012 is op initiatief van de stichting Rura Roermond een monument onthuld op de Rooms-Katholieke begraafplaats in Heerenveen, een jaar later aangevuld met een informatiezuil.    

Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden de grootschalige evacuaties van burgers door de overheid georganiseerd. De opvang van deze grote groepen mensen vraagt om een strakke planning en organisatie. Hier zijn de Gemeentelijke Evacuatiediensten voor verantwoordelijk. De opvang van evacués is verplicht. Alleen de burgemeester kan hiervan vrijstelling geven. De vergoeding voor een evacué bedraagt twee gulden per week, de benodigde distributiebonnen worden door de evacués zelf meegebracht.  

Familieleden zijn zoveel mogelijk op één adres ondergebracht, maar door de omvang van de gezinnen is dit niet altijd mogelijk. Verschillen in gewoonte, taal en religie zorgen her en der voor wrijving, maar vaak lossen deze problemen zich snel op. Vanaf mei 1945 kunnen de evacués in groepen terug, waarbij velen terugkeren in door de strijd zwaar verwoeste dorpen en steden.