Nederland / Verhaal

Partizanen in Tjamsweer


Markeren

Deel

Route


De Duitsers brengen hun commandopost onder in de pastorie van Tjamsweer. Hier hebben zij een uitstekende verbinding met de soldaten die de kanonnen langs de dijk bij Delfzijl, Nansum en Termunten bedienen. Bij de pastorie beleven vijf inwoners van Appingedam angstige momenten.

Een van de bewoners aan de Damsterweg, de heer T. Lubbers, kijkt vreemd op wanneer er volkomen onverwacht een groep zwaarbewapende Duitsers bij hem voor de deur staan. Ze staan te brullen en te schreeuwen en ze verdenken hem ervan dat hij betrokken is bij het beschieten van de schildwacht die in de toren zit.

Met het geweer in de aanslag wordt het gehele huis doorzocht. Alles wordt met Duitse grondigheid overhoopgehaald, maar er wordt niets gevonden. Het helpt hem niks. Lubbers en vier andere mannen – D. Bijmolt, B. Schansema, H.C. Bos en H. Dijkhuizen – worden meegenomen naar de kerk. Bij de kerk worden ze toegesnauwd hun pet af te zetten en met de handen in de hoogte tegen de muur van de pastorie te gaan staan. De Duitsers denken dat ze ‘partizanen’ zijn.

De moeder van Bijmolt roept de hulp in van een Duitse militair die bij haar is ingekwartierd en die de mannen kent. Deze militair en ook een andere Duitse officier die de gevangenen kent doen een goed woordje voor de vijf.

Het loopt uiteindelijk allemaal met een sisser af. Na de bevrijding van Tjamsweer wordt in dezelfde pastorie een post van het Canadese Rode Kruis ingericht.

Tjamsweersterweg 21, 9901 TB Appingedam