Onderduikers Monument Bergharen

Tijdens de bezetting moesten jongens en mannen zich melden voor de Arbeitseinsatz. Dit betekende dat ze in Duitsland moesten werken om de oorlogsindustrie gaande te houden terwijl de Duitse mannen aan de front en in de bezette gebieden in het leger dienden. Op 29 april 1943 werd bovendien bekend gemaakt, dat Nederlandse militairen zich moesten melden voor krijgsgevangenschap. Als reactie braken de april-mei stakingen van 1943 uit, die strenge represailles als gevolg hadden.

Ook het Rijk van Nijmegen werd niet gespaard. Jacques Luske, destijds burgermeester van het dorpje Bergharen, had een actieve rol in het verzet en was tegen de deportaties. Hij hielp een aantal medeburgers om onder te duiken in zijn dorp zodat ze niet te werk gesteld konden worden of in krijgsgevangenschap moesten.Bij een razzia in 1943 werden enkele onderduikers opgepakt. Ze werden verhoord en onder de grote druk gaven ze toe dat ze door de burgemeester werden geholpen bij het onderduiken.

Op 6 maart 1944 werd Jacques Luske gearresteerd en naar een gevangenis in Arnhem gebracht. Na een tijd in Kamp Amersfoort en Kamp Vught vast te hebben gezeten, kwam hij uiteindelijk in Duitsland terecht. Hij overleed op 27 december 1944 in het concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg.