Nederland / Verhaal

Onder artillerievuur mijnen ruimen


Markeren

Deel

Route


In de nacht van 1/2 mei 1945 werd de Canadese soldaat Wilson Lewis Lemmon van het Pioneer Platoon toegevoegd aan de D Company van het Irish Regiment of Canada. Deze compagnie leidde de aanval op het dorp Farmsum bij Delfzijl.

Het leidende peloton stuitte op een onbekend Duits mijnenveld. De pelotonscommandant en de pelotonssergeant werden hierdoor gedood en de gehele Pioneer-sectie (engineers) die aan het peloton was verbonden, werden gedood, gewond of uitgeschakeld door de exploderende mijnen. Soldaat Lemmon die aan shock leed, werd geëvacueerd naar een noodhospitaal door brancarddragers. Maar onderweg hoorde hij dat de commandant van een ander peloton op het punt stond te proberen een weg vrij te maken door het mijnenveld.

Zich realiserend dat hij de enige overgebleven persoon was die ervaring had met het opruimen van mijnen, bood soldaat Lemmon, hoewel onder shock, vrijwillig aan terug te keren en te helpen bij het vrijmaken van een weg door het mijnenveld. In het mijnenveld, dat nu onder zwaar mitrailleur- en mortiervuur ​​lag, werkte Lemmon aan de taak om de mijnen op te ruimen. Deze taak was zeer gevaarlijk, aangezien in dit veld een groot aantal van de zogenaamde Riegel-mijn 43 lagen, deze konden bij de kleinste schok exploderen. De opleiding en vaardigheden van soldaat Lemmon waren van onschatbare waarde en hebben ongetwijfeld de levens gered van onervaren mannen die bij deze taak hielpen.

Volgens zijn aanbevelingsrapport voor een Military Medal droegen zijn grote moed en plichtsbetrachting bij tot het succes van de aanval van zijn compagnie. Op 2 mei 1945 zou de Duitse Korvettenkapitän Wolter in Farmsum zich overgeven aan het Irish Regiment of Canada, waarna de slag om de Delfzijl-Pocket officieel over was. Tijdens deze overgave werden 1.386 Duitsers krijgsgevangen genomen. Soldaat Lemmon ontving zijn Military Medal in juli 1945.

Weiwerd