Nederland / Verhaal

Bevrijding met een zwarte rand


Markeren

Deel

Route


Voor Appingedam begint de echte ellende pas na de bevrijding als de Duitse artillerie het stadje met granaten bestookt. Zevenduizend inwoners worden geëvacueerd.

Het middeleeuwse stadje krijgt een regen van granaten. Wanneer het schieten eindelijk ophoudt, zijn 154 panden verwoest, 326 zwaar beschadigd en 1152 lichtbeschadigd. Ook in omliggende dorpen is de schade groot. In Nieuweschans, Nieuwolda, Beerta en Finsterwolde zijn in totaal 1400 gebouwen zwaar- en lichtbeschadigd. Het centrum van Woldendorp is een ruïne en Termunten telt 49 huizen en boerderijen minder. 470 panden zijn zwaar beschadigd.

Roelf Mulder uit Appingedam is thuis met zijn vader, moeder, broer en zussen als de Canadezen met hun wapens in de aanslag door de straten sprinten. ‘De huizen in onze straat bleven gespaard, maar er was geen ruit meer heel. Een stroom mensen liep bepakt en bezakt langs ons huis. Wij sloten ons ook aan. Aan het einde van de Fivelkade bij het Damsterdiep zagen we een Bren Carrier die op een mijn was gereden en over de kop in het water lag. De dode bestuurder lag nog langs de kant van de weg. Hij was zijn beide benen kwijt. Een jongentje liep erheen en schudde zo die benen uit de laarzen. Hij liep er blij mee weg.

We wilden lopend naar Ten Boer. Onderweg zagen we dat er dode Duitsers aan de bomen langs de weg waren vastgebonden. Ik vermoed dat de Canadezen dit hebben gedaan. In de buurt van Ekenstein moesten we de Oosterwijtwerdermaar oversteken. Er voer een roeibootje heen en weer. Mijn moeder ging met mijn broertje in de kinderwagen eerst naar de overkant. Maar daarna viel er een bom in het water en durfde deze roeier niet meer. De rest liep daarna een weiland in en legde een plank over het water. Zo kwamen wij aan de overkant. We zijn uiteindelijk in de buurt van Thesinge bij een boer beland. Die gooide wat stro in de schuur en daar sliepen we met een man of veertig.’

Fivelkade, 9901 GG Appingedam