België / Verhaal

De droppingzone


Markeren

Deel

Route


Een van de vele uitdagingen voor de Amerikanen in Bastogne was hoe ze aan voorraden konden komen. Van 23 tot 28 december 1944, konden ze rekenen op hulp van bovenaf. Honderden Douglas C-47 Skytrains en tientallen zweefvliegtuigen kregen de opdracht Bastogne door de lucht te bevoorraden.

Om de operatie te laten slagen, waren betere weersomstandigheden nodig en moest een gebied op de grond worden afgebakend en beschermd, zodat de vliegtuigen hun inhoud op de juiste plaats konden droppen.

De Amerikaanse 101st Airborne Division en Pathfinders konden een droppingzone afbakenen, dicht bij hun posities, die zich uitstrekte van het dorp Senonchamps in het zuiden tot de dorpen Hemroulle en Savy in het noorden.

Toen de lucht op 23 december opklaarde, begonnen Amerikaanse transportvliegtuigen tonnen materiaal van allerlei aard op deze locatie te droppen. De parachutecontainers bevatten voedsel, allerlei soorten munitie, winterkleding en communicatieapparatuur, maar ook medische benodigdheden voor de behandeling van de vele gewonden in en rond Bastogne. Om het gebied veilig te stellen, richtten squadrons Amerikaanse jagers zich dagenlang op de Duitse troepen rond Bastogne. Ondanks de aanwezige verdediging werden verscheidene Amerikaanse vliegtuigen tijdens de operatie ernstig beschadigd en sommige stortten neer voordat ze hun doel bereikten.

Niettemin was de operatie een succes. De daar omsingelde Amerikaanse soldaten konden standhouden tot 26 december, toen de troepen van zowel brigadegeneraal Anthony McAuliffe als luitenant-generaal George Patton zich bij hen voegden.

Het 'kerstwonder', zoals het algemeen werd genoemd, moet echter worden gezien in contrast met het bombardement op Bastogne door de Luftwaffe (Duitse luchtmacht), dat verscheidene burgerslachtoffers veroorzaakte. 

Bastogne, 6600