Nederland / Verhaal

De bakkerij van familie Rembertus


Markeren

Deel

Route


Een van de laatste Duitse stellingen rondom de gemeente Groningen waar nog fel wordt gevochten ligt in Noorderhoogebrug. Achter de bakkerij van Rembertus Perdok liggen loopgraven. Het gezin, bestaande uit de bakker, zijn vrouw en de twee dochters Aagt en Trienie, zoekt dekking in de nabijgelegen molen.

We hadden geen kelder, dus we moesten wel,’ vertelt Trienie Perdok (1923-2019). De vader van Rembertus Perdok is ook bakker, maar door een ongeluk is hij niet langer in staat brood te bakken. Hij verdient een mager inkomen met broodloop, hij loopt langs de huizen met een handkar vol brood. Zijn zoon is veertien jaar als hij in 1901 van school gaat en hij loopt ook met de handkar langs de huizen. Hij werkt hard, spaart en in 1920 vestigt hij zich als zelfstandig bakker in Noorderhoogebrug. Hij bakt brood voor de inwoners van Zuidwolde, maar bezorgt ook in de Korrewegwijk en De Hoogte. 

Hij begint ’s avonds om negen uur met bakken en werkt door tot in de vroege uurtjes. Daarna stapt hij op de fiets naar zijn klanten. Rond twaalf uur ’s middags komt hij weer thuis en pas dan zoekt hij zijn bed op. In 1918 verandert zijn ritme, want dan komt het verbod op nachtarbeid. Iedereen kent Perdok en iedereen kent zijn brood. 

‘Toen we uit de molen kwamen, was van de bakkerij helemaal niks meer over,’ vertelt Trienie Perdok. ‘Het huis stond tussen de Canadezen en de Duitsers in. Alles was verbrand en we waren alles kwijt. We hebben nog een stukje goud teruggevonden. Mijn vader had voordat we naar de molen gingen zijn nette pak aangetrokken. Mijn moeder zei dat hij dat maar niet moest doen. Dat zou maar vies worden. Hij hing zijn pak dus aan de kapstok. Zijn gouden horloge zat in een van de zakken. Daar zijn later de verlovingsringen voor mij en mijn man van gemaakt.’ 

Het dakloze gezin krijgt de woning van een NSB-familie toegewezen die uit hun huis is gezet. ‘Mijn vader moest weer met brood gaan lopen. Er was geen geld om weer een bakkerij te beginnen. Hij bleef dat de rest van zijn leven doen.’

Molenstreek 2-7 9738 AC Groningen