Nederland / Plaats van belang

En tóch staat de Martini


Markeren

Deel

Route


De Martinitoren staat tijdens de oorlog in de steigers, vanwege de restauratie van de toren. De werkzaamheden begonnen in 1936. Op 56 meter hoogte hebben de Duitsers een kleine barak gebouwd, waarin een ontvang- en zendstation en afluisterapparaten voor de verbinding van de Wehrmacht staan.

De Martinitoren staat tijdens de oorlog in de steigers, vanwege de restauratie van de toren. De werkzaamheden begonnen in 1936. Op 56 meter hoogte hebben de Duitsers een kleine barak gebouwd, waarin een ontvang- en zendstation en afluisterapparaten voor de verbinding van de Wehrmacht staan.   

Voor de invasie in Normandië̈ hadden de Duitsers bedacht om de toren te laten springen om hem zo voor de vijand onbruikbaar te maken. In september van 1943 had de heer W. van Zwieteren, opzichter van het restauratiewerk, ontdekt dat er in de kleine barak een pak van 12 kilo springstof lag. Van Zwieteren dacht gelijk aan de ravage die de springstof zou aanrichten bij een explosie. Hij maakte daarom onder de barak een brandwerende vloerbedekking.  

Boven de seininrichting lag ook een vat van 200 liter benzine voor een generator die stroom moest opwekken mocht de elektriciteit uitvallen. Enkele weken voor de komst van de Canadezen vertelde de commanderende Feldwebel dat hij de generator met handgranaten zou laten springen en dat hij de benzine over de vloer zou uitstorten. 

De opzichter bracht onmiddellijk NSB-burgemeester Tammes op de hoogte, maar die stuurde hem weg. Hij had wel andere zorgen. Hij hield vol en gaf de Feldwebel voorhamers om zo de generator kapot te slaan. Tevens vroeg hij aan de Feldwebel of ze de benzine naar beneden mochten brengen. Ze beloofden hem dan dat de Feldwebel benzine kreeg als hij dit nodig had.  

Ze kregen in eerste instantie toestemming om een katrol aan de steiger te maken zodat ze eventueel het vat benzine konden laten zakken. Eventueel mochten ze dan ook de motor naar beneden gooien. Om de schok op te vangen brengen ze een zandlaag van 1 meter aan onder de voet van de toren.  

Vrijdagavond om 7 uur werd de opzichter bij de Feldwebel ontboden om de benzine te laten zakken. Hierna werd de 150 kilo wegende motor aan het begin van de steiger neergelegd, zodat de Duitsers met 1 trap de motor naar beneden konden laten storten. Dit gebeurde maar de motor was zo zwaar dat er dwars door de zandlaag een gat in de grond werd geslagen. 

Helaas was de 12 kilo springstof nog wel aanwezig. De lont hiervan hing aan de buitenkant van de toren. Toch hebben de Duitsers alle toestellen zelf naar buiten gesleept en naar beneden gegooid. De springstof was niet meer nodig voor de vernietiging van de luisterapparaten. 

Onder de voet van de Martinitoren stellen de Duitsers op zaterdag 14 april een zware mitrailleur op. Ook in de Martinitoren nestelen zich Duitsers. Op zondag 15 april vuren de Duitsers op de Canadezen in de Gelkingestraat. De Canadezen schieten terug met geschut dat op de hoek van de Carolieweg staat opgesteld. De Martinitoren krijgt twee treffers, maar staat na de gevechten nog steeds fier overeind. De oorlogsschade aan de voet van de Martinitoren herinnert nog aan de felle gevechten voor de Grote Markt in Groningen.