Nederland / Verhaal

De bevrijding als verjaardagscadeau


Markeren

Deel

Route


Jan Kornelis Wiersema wordt op zondag 15 april 18 jaar. Delen van Groningen zijn al bevrijd, maar de Vismarkt waar hij met zijn ouders woont nog niet. Ruim zeventig jaar na de oorlog hij wanneer hij gaat slapen, zijn kleren nog altijd zo neer dat hij ze in het donker kan aantrekken.

Een gewoonte die groeide tijdens de oorlogsjaren als er weer eens luchtalarm was. Vrijdag 13 april werd zand bij ons huis gebracht om het luik en de raam van de kelder af te dichten. Ik woonde met mijn ouders en zus op de Vismarkt, nummer 28a, aan de zuidkant van de markt. We hadden een mooi zicht op de Korenbeurs. Mijn ouders hadden een pension. ’s Middags hoorden we in de verte het gedonder van het geschut.’

Jan en zijn ouders zoeken dekking. ‘Onder ons huis zat een grote kelder. We zaten daar met zestien personen.’ Duitse soldaten steken een winkel in brand en het vuur verspreidt zich snel.  Iedereen begon met meubels te sjouwen. Opeens dook er een Duitse patrouillewagen vol soldaten vanuit de Guldenstraat op. Ze richtten hun wapens en iedereen stak zijn handen omhoog. Een bizar gezicht: een Vismarkt vol met huisraad en mensen die met de handen omhoog stonden. Iedereen moest naar binnen. De meubels bleven dus staan. Bij ons in de kelder zat een man die zich door zijn vrouw liet opjutten om naar buiten te gaan. Het mooie kastje van oma stond buiten in de open lucht en straks ging het nog regenen.’

Het vuur dooft. Ruïnes komen tevoorschijn. ‘Het was de eerste en enige keer dat mijn verjaardag niet werd gevierd. Mijn moeder zei nog tegen mij: ‘Je was jarig hè?’ Verder niks. En dat was ook prima. Ik had een geweldig cadeau gekregen: de bevrijding.’