Nederland / Verhaal

Ook de drank wordt bevrijd


Markeren

Deel

Route


Tijdens de gevechten in het centrum van Groningen op 14 en 15 april 1945 verdedigen de Duitsers zich fel. Ze zitten overal verschanst en schieten vanaf daken, uit etagewoningen en vanuit kelders. De Canadezen en ook de Groningers merken dat de Duitsers elkaar soms ook onderling naar het leven staan. Fanatieke Duitse soldaten richten hun wapens op anderen om ze te dwingen de strijd voort te zetten. Het oplaaiende vuur van brandende woningen gaf de gevechtsscènes een onheilspellend decor.

Artillerist Dick Field, die als radiotelefonist aan de infanteristen is toegevoegd, schrijft later over de Duitse tegenstand: ‘Ik zat met mijn machinegeweer in een gepantserd voertuig klaar om op de bovenste ramen van de huizen en winkels te schieten. Het wemelde namelijk van Duitse sluipschutters. Ik zag gordijnen bewegen, maar durfde niet te vuren voor het geval het nieuwsgierige burgers waren. Ongetwijfeld kwamen er sluipschutters tevoorschijn en schoten op ons terwijl we voorbijgingen, maar we werden niet van bovenaf geraakt. De achterkant van onze Carrier werd vele malen geraakt. Toen we aan het einde van de weg een zijstraat inreden, waren we opgelucht maar blij om even te ontspannen.

Tijdens het wachten stond ik versteld van enkele van de Canadese infanteristen. Aan de overkant van de weg was een slijterij. De Duitse machinegeweren schoten nog steeds door de straat naar alles wat bewoog. Toen het vuren een minuut stopte, stormden een paar jongens de straat over om drank te plunderen (“bevrijden” bedoel ik). Zodra ze renden, starten de Duitse machinegeweren met vuren, maar deze militairen kwamen altijd snel genoeg over om niet geraakt te worden. Dit spelletje ging een half uur door. Ik kon niet geloven dat iemand zijn leven zou riskeren voor een fles drank. 

Nu kreeg ik de opdracht om naar een nabijgelegen schuur te gaan en de infanterie te helpen bij het fouilleren een groep van 30 Duitse gevangenen. Aan het begin waren ze nogal nors toen we hun zakken leeg lieten maken en alles op de betonnen vloer lieten gooiden. Maar toen gebeurde er iets grappigs. Uit hun zakken kwamen wat ons leek tientallen " French safes" (condooms). Elke verdomde Duitser moet overal condooms hebben gehad. Al snel begonnen we ze voor de gek te houden. Ze begonnen verlegen te lachen. "Wat een stelletje dartele Duitsers", zouden we zeggen terwijl we gepaste gebaren maakten.

Sommige Duitsers die Engels spraken vertaalden onze opmerkingen voor de rest. Al snel lachten we allemaal, inclusief de bewakers. Een paar van de gevangenen rolden zelfs op de grond terwijl ze hun zij vasthielden. De hele scène was als een komedietheater. Tegen de tijd dat de klus geklaard was, denk ik niet dat iemand dat gebouw zonder een glimlach verliet. Oorlog heeft zijn humoristische of moet ik zeggen heel menselijke momenten.’

Rotonde Hereplein 9711 GB, Groningen