Duitsland / Audiospot

De begrafenisondernemer van Vossenack

DestructionTerror and extermination

Markeren

Deel

Route


De 60-jarige Pionierhauptmann Julius Erasmus keert in de zomer van 1945 terug naar Vossenack. Hij ziet de halfvergane resten van dode soldaten liggen langs de boswegen in het Hürtgenwald liggen. Hij kan dit niet aanzien en begint de doden te begraven. Julius Erasmus heeft uiteindelijk 1569 gevallen Duitse soldaten geborgen en begraven, vaak met gevaar voor eigen leven.

De oorlog heeft de 60-jarige textielfabrikant Julius Erasmus huis, haard en familie in Aken afgenomen. Hij diende in de oorlog als Pionierhauptmann bij de Wehrmacht en overleefde als een van de weinigen van zijn bataljon de oorlog. Hij vraagt zich nu constant af waarom uitgerekend hij nog leeft.

Enkele maanden na de oorlog keert hij, in de zomer van 1945, terug naar de bossen van Vossenack. Overal ligt munitie, overgebleven na de slag: fosfor uit verstopte boobytraps, resten van bommen en in de bodem liggen mijnen en granaten. Een levensgevaarlijke plek. En ook de halfvergane lichaamsresten van talloze dode soldaten liggen nog steeds tussen kapotgeschoten bomen. Een gruwelijke aanblik. Erasmus begint op eigen initiatief de doden aan de rand van het bos te begraven, met eenvoudige, zelf getimmerde houten kruizen. Al snel krijgt hij hulp, vooral van dorpspastoor Dr. Eschweiler. Dankzij de inzet van Werner Eschweiler kunnen de soldaten nu op de gemeentelijke begraafplaats begraven worden. Erasmus doet wat hij kan om de identiteit van elke soldaat te achterhalen.

Alsof de strijd tegen de tekenen van de oorlog en de natuur nog niet genoeg was, staan in de jaren na de oorlog honderden hectares bos in het Hürtgenwald in brand.  De bergen munitie gaan in vlammen op. Het toch al compleet kapotgeschoten bos verandert in een zwartgeblakerde woestijn. Samen met het bos branden ook de doden. Honderden lichaamsresten zijn verkoold. Julius Erasmus en dorpspastoor Eschweiler gaan door.

En zo zetten Julius Erasmus en zijn medestrijders zich in om 1569 Duitse soldaten te bergen. De laatste rustplaats van de gevallenen is niet aan de rand van het bos, maar op de huidige oorlogsbegraafplaats Vossenack. Aan de rand daarvan bouwde Erasmus een eenvoudige blokhut voor zichzelf. De ‘vader van de doden’ heeft de graven nog jarenlang onderhouden. Tot de dag van vandaag houdt een gedenksteen op de begraafplaats de herinnering aan hem levend.