België / Verhaal

Bevrijding van Brussel


Markeren

Deel

Route


Op zondagavond 3 september 1944, even voor 20.00 uur, trok het Britse 2e Leger over de Tervurenlaan Brussel binnen. Op de Waterloolaan juichte een grote menigte Belgen de soldaten toe, die de Duitse bezetters uit hun hoofdstad hadden verdreven.

Het was 2 september 1944. De Britse Guards Pantserdivisie lag bij Douai, Noord-Frankrijk, toen luitenant-generaal Brian Horrocks, bevelhebber van het 30e Britse Legercorps ’s avonds laat plotseling opdracht gaf om naar Brussel te gaan. Op 3 september gingen Horrocks en zijn mannen in alle vroegte op pad en aan het begin van de avond arriveerden ze al in Brussel. Ze hadden toen in hoog tempo 120 km afgelegd. De volgende ochtend maakten de Duitsers zich direct uit de voeten en richtten daarbij, net als in andere plaatsen, grote vernielingen aan. Ze staken het Justitiepaleis in brand om mogelijk belastende documenten te vernietigen. De bevolking probeerde de brand te blussen, maar kon niet voorkomen dat de koperen koepel van het gebouw instortte. Die avond werd in het Jubelpark nog zwaar gevochten tussen verzetsstrijders en Duitse soldaten. Een dag later, op 4 september, maakte de 1e Infanteriebrigade van de Vrije Belgische Strijdkrachten, ook wel Brigade Piron genoemd, samen met de Britse soldaten een glorieuze entree in Brussel. De Brusselaars waren blij verrast te zien dat ook hun landgenoten tot de bevrijders behoorden. Op 7 september vond er in het stadhuis een officiële ontmoeting plaats tussen de burgemeester van Brussel en generaal Montgomery, die luitenant-generaal Piron prees om de heroïsche daden van zijn Brigade tijdens de invasie van Normandië. Op 8 september keerde de regering in ballingschap van Hubert Pierlot terug naar Brussel en herstelde het wettelijk gezag. Maar niemand wist dat het Duitse Ardennenoffensief toen nog moest beginnen.