Nederland / Begraafplaats

Massagraf slachtoffers bombardement


Markeren

Deel

Route


Op de gemeentelijke begraafplaats is een massagraf met 186 oorlogsslachtoffers uit Montfort en omliggende dorpen. Zij kwamen om bij drie bombardementen in 21 januari 1945. De tekst op het als monument ingerichte massagraf luidt: ‘WEEST BEREID, WANT GIJ KENT DAG NOCH UUR’.

Sinds begin oktober 1944 liep de frontlijn even ten noorden van Sittard dwars door Limburg. Omdat de strijd zich elders concentreerde, gebruikten de Duitsers de relatieve rust om het gebied tussen Susteren en Roermond te versterken. Het centrum van de verdediging lag rond Montfort en Sint-Joost.

Vooral Montfort zat volgepakt met vluchtelingen en duizenden geëvacueerden uit de wijde omtrek. Bij gebrek aan woonruimte huisden veel vluchtelingen in stallen, kippenhokken en silo’s. Op 16 januari 1945 barstte ook in Montfort het geweld los. Operatie Blackcock, het Brits offensief om het gebied tussen Sittard en Roermond te zuiveren, was begonnen.

Terreinwinst werd amper geboekt omdat de Duitsers zich telkens achter een nieuwe verdedigingslijn konden verschansen. Om de eigen verliezen te beperken, besloten de Britten tot artilleriebeschietingen en bombardementen. Die leverden het beoogde resultaat op. De Duitsers ontruimden Montfort op 23 januari, maar bijna tweehonderd mensen, onder wie talrijke vluchtelingen, kwamen in kelders om het leven.

Sjeng Smeets beschreef het bombardement van 20 januari 1945 aldus: ‘Plotseling om een uur of tien was het alsof de wereld verging. De ene na de andere granaat sloeg in. We vlogen hals over kop de kelder in. Toen het weer stil werd ging vader kijken wat er gebeurd was. Hij kwam snel terug en zei: Jung kom eens gauw mee. Onze buren bleken getroffen terwijl ze op stal het vee aan het verzorgen waren. Ze bloedden hevig uit beenwonden. Wij legden een verband boven de wonden om zo het bloeden tegen te gaan. Op twee deuren hebben we ze weggebracht.

Onderweg naar de zusters moesten we nog schuilen voor granaten en daarna in looppas weer verder. Aangekomen bij de zusters was de aanblik verschrikkelijk. Op de gang lagen doden. Het bloed stroomde over de vloer. Zuster Sentia liep van de ene gewonde naar de andere. Ze kreunden van de pijn. De zuster legde met repen van gescheurde lakens verbanden aan. Ik ben bij onze buurtante gebleven omdat ze zich alleen voelde en bang was. Het was niet meer mogelijk enige hulp te bieden en probeerde je het toch, dan joegen Duitse soldaten je weg. Tegen drie uur ‘s middags stierf de buurtante. Ik dacht voortdurend aan thuis en om vier uur ben ik stilletjes weggegaan. Op de Kerkstraat kwam ik tussen huizen en tuinen door achter de schuur en de stal aan. Alles was verwoest.’

Huysbongerdweg, Montfort